Drie stoelen van Gerrit Rietveld, vlnr: Aluminiumstoel, 1942-1943, uitv. Gerrit en Wim Rietveld; Militaire stoel 1, 1923, uitv. in beheer van Gerrit Rietveld; Eerste Model (prototype), 1927, uitv. in beheer van Gerrit Rietveld.
OUD AGENDAITEM

Van Thonet tot Dutch Design 125 Jaar Wonen in het Stedelijk

Van Thonet tot Dutch Design 125 Jaar Wonen in het Stedelijk  - Het Stedelijk laat vanaf deze zomer een ruime selectie van de beroemde collectie vormgeving zien. De meer dan 300 items in de opstelling zijn allemaal in de afgelopen 125 jaar baanbrekend en actueel geweest. De tentoonstelling voert van een van de oudste meubels in de collectie, een bank van Thonet, langs stromingen als de Wiener Werkstätte, de Amsterdamse School en de Scandinavische vormgeving, naar de opkomst van plastic in de jaren 60, het kleurrijke Italiaanse Memphis design uit de jaren 80 en Dutch design dat sinds de jaren 90 succesvol is.

Ook actuele onderwerpen, zoals duurzaamheid en de impact van de coronacrisis op de vormgeving in Nederland, komen langs. En: op sommige meubels mag gezeten worden, zoals op de Crossing Italy-bank van Richard Hutten. 

Er is werk te zien van bekende en baanbrekende ontwerpers als Michael Thonet, Gerrit Rietveld, Charlotte Perriand, Verner Panton, Ettore Sottsass, Hella Jongerius, Marcel Wanders en Patrick Jouin. Conservator Ingeborg de Roode koos van bekende ontwerpers soms juist minder bekende stukken: “Ik vind het spannend om het beeld te verbreden, om bijvoorbeeld andere stoelen van Rietveld dan de iconische Rood-blauwe voor het voetlicht te halen. Zijn Aluminiumstoel, midden in de oorlog bijna uit één plaat gemaakt, was heel vernieuwend vanwege de intentie van de ontwerper om hem in een ander materiaal in één keer uit de machine te laten komen, een vooruitwijzing naar de mogelijkheid die kunststoffen later zouden bieden. Onderzoek wijst uit dat wij het prototype in de collectie hebben. En naast het bekende Scandinavische design – licht, hout, organisch – heb ik ook onverwachte, haast barokke stukken gekozen, zoals een fauteuil van opgespoten polyurethaanschuim van Gunnar Aagaard Andersen. Zo laten we bekend veronderstelde stromingen van een heel andere kant zien."  In de collectie van het Stedelijk zijn relatief weinig vrouwelijke ontwerpers vertegenwoordigd, zeker op het gebied van meubelontwerpen, die de kern van deze tentoonstelling vormen. Ingeborg de Roode: "Daarom ben ik blij dat bijna 20% van wat we laten zien van vrouwelijke makers is (inclusief collectieven waarin minstens één vrouw zit), zoals prachtig grafisch werk van de Nederlandse Bertha Bake, een stoel van Charlotte Perriand uit de jaren 50, een hobbelpaard van Gloria Caranica en een bank met bijbehorende tafel van de Deense ontwerpster Nanna Ditzel. Zo presenteren we ook op deze manier een iets diverser beeld van de designgeschiedenis.”  

In 1965 besteedde het Stedelijk in de tentoonstelling Kinderspel voor het eerst uitgebreid aandacht aan speelgoed en kindermeubilair. Vanaf dat moment zou dit een belangrijk onderdeel van de vormgevingscollectie vormen. In de tentoonstelling is één grote zaal gewijd aan ontwerpen voor kinderen, van onder meer Charles & Ray Eames, Victor Vasarely, Enzo Mari en Ineke Hans. Aan deze zaal is een speciaal ontwerp toegevoegd: samen met het Amsterdamse Hout- en Meubileringscollege schreef het museum een wedstrijd uit om een meubel te ontwerpen voor kinderen van 2 tot 6 jaar oud. Uit 25 deelnemers won studente Rosa Kosto; kinderen kunnen er straks niet alleen zitten op de krukjes van De Crux, maar ook spelen met de onderdelen en zo zelf iets nieuws samenstellen.  

De tentoonstelling eindigt met hedendaagse thema’s, zoals duurzaamheid, inclusie en democratisering van design. De Sloophoutkast van Piet Hein Eek uit 1990, een vroeg voorbeeld van duurzaam materiaalgebruik, is inmiddels een wereldwijde design-klassieker die veel navolging heeft gekregen. Eek geldt als wegbereider voor het duurzamer gebruik van grondstoffen. Het open design van Jesse Howard is zeer democratisch: hij stelt (digitale) bestanden ter beschikking zodat je zelf met materialen van de bouwmarkt huishoudelijke apparaten kunt maken. 

Klik hier voor meer info.