Vanitas-Stilleven met zelfportret van de schilder, 1651, David Bailly. Museum De Lakenhal, Leiden
OUD AGENDAITEM

Rembrandt & De Gouden Eeuw

Museum De Lakenhal - In de schilderijenzalen van Museum De Lakenhal worden topstukken getoond uit de Gouden Eeuw van Leidse meesters als Rembrandt Harmensz. van Rijn, Jan van Goyen, Jan Steen en de Leidse fijnschilders. Met deze presentatie wordt het verhaal verteld over Leiden met zijn bloeiende schilderkunst als bakermat van de Gouden Eeuw.

In de vroege 17de eeuw werken in Leiden uiteenlopende schilders die elk van cruciaal belang zouden blijken voor de Hollandse schilderkunst van de Gouden Eeuw. De jonge Rembrandt en Jan Lievens werken in de eerste jaren van hun kunstenaarschap nauw samen en leggen in hun Leidse jaren het fundament voor een oeuvre van mondiale betekenis. Zowel in schilderijen als in grafiek profileren zij zich steeds als experimenterende, zoekende kunstenaars van het eerste uur. In dezelfde jaren ontwikkelen Jan van Goyen en de zeeschilder Jan Porcellis zich als pioniers van de Hollandse landschapsschilderkunst. Ook krijgt Leiden bekendheid door schilders als Jan Davidsz. de Heem en David Bailly die zich toeleggen op de vanitas-stillevens waarin de idee van vergankelijkheid centraal staat. Van deze grootmeesters zijn topstukken te bewonderen in de presentatie.

Gerrit Dou is de belangrijkste leerling van Rembrandt, die zich na het vertrek van zijn leermeester naar Amsterdam in 1632 toelegt op uiterst verfijnd geschilderde kabinetstukjes van klein formaat. Hij liet zich inspireren door Rembrandt en ontwikkelde zich door tot de grondlegger van de zogenoemde Leidse fijnschilders die, anders dan Rembrandt of Vermeer, in hun dagen een internationale reputatie wisten te vergaren. Het werk van fijnschilders als Frans van Mieris, Pieter van Slingelandt of Godfried Schalcken mocht in geen verzameling van vorstelijke allure ontbreken. De verzameling fijnschilders in Museum De Lakenhal is de laatste jaren uitgegroeid tot een van de belangrijkste in zijn soort.

De vroegst bekende werken van Rembrandt staan centraal in de presentatie waaronder Brillenverkoper uit ca. 1624 en Historiestuk met zelfportret van de schilder uit 1626. Brillenverkoper behoort tot een serie van vijf zintuigen die Rembrandt rond zijn zeventiende jaar schilderde. Hoewel Rembrandt hier nog zichtbaar experimenteert met techniek en perspectief loopt het in aandacht voor clair-obscur en virtuositeit in penseelstreek vooruit op het latere werk waarmee Rembrandt beroemd zou worden. In Historiestuk met zelfportret van de schilder uit 1626 portretteert Rembrandt zichzelf als een van de eerste keren in een schilderij. Het historiestuk is in samenwerking met het Rijksmuseum in het atelier van het Amsterdamse museum gerestaureerd waardoor Rembrandts kleurpalet weer straalt als ooit tevoren.

De Leidse schilderkunst van de late Gouden Eeuw wordt gekenmerkt door enerzijds een expressief realisme en anderzijds classicistische deftigheid. Van het eerste zijn de in Leiden werkzame schilder Jan Steen en de beeldhouwer Pieter Xavery de belangrijkste vertegenwoordigers. Hun werk vol speelse humor en volkse karikatuur mag zich nog steeds verheugen in grote populariteit bij een breed publiek. Jan Steen had, net als Rembrandt, de gewoonte om zelfportretten in zijn schilderijen op te nemen. Wellicht geïnspireerd op Rembrandt. In de presentatie zijn twee werken van Jan Steen te zien waarin hij zijn zelfportret verwerkt heeft; Bijbellezend paar (zelfportret van de schilder met zijn echtgenote), ca. 1650 en De bestolen vioolspeler, ca. 1670-72. Jan Steen schuwde niet om zichzelf neer te zetten als een volkse karikatuur, zoals hier als een vioolspeler die bestolen wordt.

Klik hier voor meer informatie over Rembrandt & De Gouden Eeuw, van 20 juni t/m 3 oktober 2019 te zien in Museum De Lakenhal.