Museum Catharijneconvent heeft een zeldzaam middeleeuws devotiestuk verworven. Het was een langgekoesterde wens om een dergelijk schilderij in de collectie op te kunnen nemen. Het betreft een laatvijftiende-eeuws stuk met verschillende verhalende scènes uit het lijdensverhaal van Christus op één paneel, waarbij ecce homo (zie de mens) de hoofdvoorstelling vormt. Het schilderij is aangekocht voor € 420.000, het hoogste bedrag dat het museum ooit voor een kunstwerk betaalde. Marieke van Schijndel, directeur van het museum, noemt het schilderij een aankoop van onschatbare waarde en een zeer belangrijke aanwinst voor Museum Catharijneconvent.
Laatvijftiende-eeuwse schilderijen van deze kwaliteit zijn uiterst zeldzaam. De nog bewaard gebleven exemplaren hebben vaak de kruisdraging als centrale scène en zijn bijna allemaal gemaakt in de Zuidelijke Nederlanden. De vervaardiger van het paneel met ecce homo is onbekend, maar kwam mogelijk uit een noordelijker gelegen gebied. Het stuk is zeer waarschijnlijk afkomstig uit de regio Nederrijn, een cultuurgebied dat de huidige Nederlands-Duitse grens overschrijdt. De hoofdscène is nauw verwant aan schilderijen van Jheronimus Bosch (ca. 1440/1460–1516). Het opvallende gebruik van pastelkleuren en de combinatie van een landschap met een gouden achtergrond treffen we vooral aan in de IJsselstreek en het gebied van de Nederrijn. Tot aan de Reformatie waren er sterke historische, culturele en taalkundige banden tussen deze gebieden. Recent onderzoek heeft bovendien aangetoond dat in de vijftiende eeuw de Nederlandse, Duitse en Franse schilderkunst elkaar doorlopend hebben beïnvloed.
Wat het schilderij nog specialer maakt, is de vrouwelijke opdrachtgever. Deze onbekende, zeer welgestelde, vrouw is devoot geknield op de voorgrond te zien. Bijzonder, want in de tijd waarin dit werk is gemaakt waren het vooral mannen die de dienst uitmaakten. Het waren dan ook vrijwel altijd mannen die zich, al dan niet samen met hun vrouw en kinderen, als opdrachtgever lieten afbeelden.
Het schilderij is een zogenaamd devotiestuk. De uitgebreid afgebeelde passiecyclus helpt de gelovige zich in te leven in het lijden van Christus en hierop te reflecteren. Deze persoonlijke manier van meditatie en gebed was typerend voor de moderne devotie. De moderne devotie wordt ook wel gezien als een wegbereider voor de Reformatie. Juist dit gegeven maakt dat dit werk naadloos binnen de collectie religieuze middeleeuwse kunst van Museum Catharijneconvent past. In geen enkel ander museum kan dit schilderij zo goed in de juiste context worden geplaatst. Nu het schilderij deel uitmaakt van de collectie van Museum Catharijneconvent kan er komende jaren uitvoerig onderzoek worden gedaan naar de opdrachtgeefster en een meer exacte lokalisering van de kunstenaar.