Het multitalent Simon McBurney regisseert dit seizoen de klassieker De kersentuin bij Internationaal Theater Amsterdam in coproductie met het Holland Festival. Voor zijn eerste samenwerking met het ITA-ensemble kiest McBurney een van Anton Tsjechovs meest bekende en geliefde stukken. De voorstelling – met o.a. Chris Nietvelt, Gijs Scholten van Aschat en Robert de Hoog – beleeft zondag 16 juni haar première op het Holland Festival in Amsterdam.
De Brit Simon McBurney, gevierd theatermaker en acteur, regisseert het ITA-ensemble voor het eerst. ‘Toen Ivo me benaderde vond ik het een uitgelezen kans om deze Tsjechov te doen. Omdat Internationaal Theater Amsterdam een echt ensemble is, en Tsjechovs stukken vragen om een ensemble vind ik.' – aldus McBurney. 'Ik houd zeer van de tragikomische sensibiliteit in dit stuk, die is niet alleen Tsjechoviaans, je vindt het over de hele linie terug in Russische literatuur. De kersentuin ken ik alleen als tekst, maar in het theater heb ik nog nooit een overtuigende productie gezien.’
Tsjechovs laatste stuk schildert de pijnlijke ondergang van verarmde grootgrondbezitters die gedwongen zijn hun landgoed en hun dierbare kersentuin te verkopen. De verfijnde tekening van mensen die leven in de vergeefse hunkering naar iets dat niet meer bestaat, heeft De kersentuin doen uitgroeien tot een van de meest geliefde stukken uit het wereldrepertoire.
McBurney staat bekend om zijn experimentele aanpak, over zijn regie van De kersentuin zegt hij: ‘Natuurlijk zal er een experimentele kant zijn, maar wat mij interesseert is niet om Tsjechov op te blazen, maar te onderzoeken wat hij precies bedoelde. Een van de dingen die me momenteel bezighoudt is de huidige tendens om terug te kijken, de nostalgie. Ik wil onderzoeken wat de functie daarvan is en hoe we dat kunnen vermijden. Daar leent De kersentuin zich bij uitstek voor. In deze tekst huist een buitengewone humaniteit. Die wil ik voelbaar maken, op een manier waarvan ik hoop dat het onmiddellijk herkenbaar zal zijn. En er is het gevoel van een naderende ramp, waarvan ik denk dat het publiek zeker geen moeite zal hebben dat te herkennen.’