A Tribute to Terry O’Neill
Eduard Planting Gallery, Amsterdam
8 januari – 21 maart 2020
Door: Marjolein Klein Nagelvoort
“Het is nog mooier in het echt” hoor ik naast me, “schitterend”. Terry O’Neill was een Britse celebrity fotograaf. Hij legde de ongedwongen kant van David Bowie, de jonge Beatles, Queen en tal van andere iconen vast. Daarmee maakte hij van zichzelf een icoon op zich. Na een 60 jaar durende carrière is O’Neill overleden, in november van afgelopen najaar. Eduard Planting Gallery eert hem met een mooie tentoonstelling, middels een uitgebreide selectie van zijn waardevolle oeuvre.
Onder meer Frank Sinatra, Elton John, The Rolling Stones, Brigitte Bardot en Aubrey Hepburn zijn rijkelijk vastgelegd door de fotograaf. In de expositieruimte zijn de vele foto’s, in lijsten en op groot formaat, aan de muur gehangen. Ondanks de relatief kleine kamer komen ze wel tot hun recht. Ik waan me bij een aantal foto’s meteen in het tafereel; net of ik er echt bij ben. Eerder vond ik dat slechts een zwakke overtuiging. Iets dat men zichzelf graag aanpraatte, dacht ik. Maar, vandaag merk ik het zelf ook. Zijn shots komen over. De Gallery was daarmee ook een geliefde plek voor de fotograaf om zijn werk te laten schitteren.
O’Neill was de eerste die grote namen op zo’n zachtaardige manier fotografeerde, hij was een pionier in zijn vak. De door hem geschoten foto’s maken dat ik het idee heb me écht in hun tijd te bevinden. Deze muzikanten, acteurs en modellen leefden echter ver voor mijn tijd. Hedendaagse muziek en beelden wordt geproduceerd in overvloed, maar de vergelijking tussen toen en nu is er niet. Gelukkig komen O’Neills beelden -haast eng- dichtbij de realiteit. Als ik lang genoeg wacht zie ik Bowie misschien wel opstaan uit zijn stoel.
Dat deze beroemdheden die naar ons gevoel onbereikbaar zijn, toch zo kunnen worden vastgelegd, komt doordat O’Neill ze persoonlijk goed kende. Andersom kenden ze hem ook; ’Iedereen wilde bij hem op de foto’, lees ik van een krantenkop. Het ging om de persoonlijke, ongedwongen kant die hij vast wist te leggen. Een beeld dat ook schijnbaar perfecte mensen wilden laten zien.
Zijn succes ontwikkelde zich dan wel razendsnel, maar ook O’Neill heeft ergens moeten beginnen. Zijn allereerste foto maakte hij van The Beatles. Destijds nog maar pril. De foto kwam op de voorpagina van een krant en bleef daarmee zeker niet onopgemerkt. Sterren vroegen naar zijn komst en hij fotografeerde ze, met imponerende foto’s als resultaat. Een bijzondere opgave; niemand ging hem voor, en hij wist het 60 jaar lang waar te maken.
De Eduard Planting Gallery laat een heel uitgebreide collectie van zijn werk zien. Er zitten bekende en minder bekende werken tussen, van bekende en minder bekende mensen. Dat het net lijkt of je samen met Terry klaarstaat om de foto te schieten, is een beleving op zich. Wereldsterren hebben dat ook geweten, en het oeuvre van de fotograaf werd daarmee rijkelijk uitgebreid. Het resulteert in het werk dat nog door velen kan worden bewonderd. Ondanks dat we er niet écht bij konden zijn, heeft Terry ervoor kunnen zorgen dat we toch heel dichtbij kunnen komen. Degene voor de camera kan ik in alle rust bewonderen. Eventjes waan ik me ook in de wonderbaarlijke tijd van Terry.