Iris van Herpen, Wilderness Embodied, haute couture collectie winter 2013. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Iris van Herpen
Japonnen van zijde, tweede helft 18e eeuw, gemaakt door mannelijke kleermakers of vrouwelijke naaisters. Gemeentemuseum Den Haag

Pink not Pussy, een ode aan sterke vrouwen

Auteur: Eva Verkaaik

Femmes Fatales klinkt als iets wat elke vrouw wil zijn. Het straalt kracht uit, het is vrouwelijk en het geeft je het gevoel dat je ergens bij hoort, dat je belangrijk bent. De gelijknamige tentoonstelling gaat over vrouwen die dit zijn en uitstralen.

Meteen als je binnen komt lopen in de hal weet je dat er iets met vrouwen te zien gaat zijn. Met de opvallende tekst ‘Pink not Pussy’ tussen de trappen in, wordt de toon meteen gezet. Hier staan vrouwen de komende tijd centraal. Bij entree van de tentoonstelling komen de woorden nog een keer op je af, samen met feministische filmfragmenten. Hier vertellen invloedrijke mensen dat vrouwen evenveel rechten hebben als mannen en worden er snel veranderende maatschappelijke onderwerpen als #metoo en #time’sup aangesneden. Bewegingen die voor het gelijk behandelen en respecteren van vrouwen opkomen. De mensen die in beeld komen, zijn onder andere belangrijk in de modewereld. Dit sluit mooi aan bij Femmes Fatales, want het gaat hier om sterke vrouwen in de mode. Al lezend kom je er achter dat grote namen zoals Coco Chanel, Jeanne Paquin en Madeleine Vionnet voor hun plek in de modewereld hebben gestreden. Naast deze iconen worden meerdere vrouwen belicht die een belangrijke functie hebben of iets hebben veranderd in het vakgebied.

De eerstvolgende ruimte staat vol met prachtige jurken uit de jaren ’80, vol met details en fijne stoffen. Hier krijg je een korte geschiedenisles. Vroeger was er een scheiding tussen mannen- en vrouwenwerk, waar de mannen kleermaker waren, kreeg de vrouw de titel naaister. Zij maakte eenvoudige japonnen en kinderkleding. Maar in 1675 wilden de naaisters in Parijs verandering. Zij verenigden zich tot een gilde. Door nieuwe vormen van vrouwenjaponnen te promoten, waar nog geen regelgeving voor bestond, eigenden de vrouwen zich steeds meer vrouwenkleding toe. In 1781 was het raak, zij verwierven het alleenrecht op vrouwenkleding!

Van oud naar nieuw, het contrast met de volgende ruimte is groot. In plaats van stoffen gebruikt Iris van Herpen nieuwe technieken, zoals 3D-printing. Hiermee wil zij de grenzen van handwerk verruimen. De ontwerpen zijn uniek en je kan zien dat het goed doordacht is. Van Herpen laat haar creativiteit niet beperken door stoffen en creëert iets waar iedereen naar om zal kijken. Het zijn abstracte vormen en objecten. Kleding waar originaliteit af straalt.

Iris van Herpen, couturecollectie Ludi Naturae, 2018 Foto: Jean Baptiste Mondino. Iris van Herpen / Jean Baptiste Mondino / Gemeentemuseum Den Haag Collaborating artist Peter Gentenaar / Dress made in collaboration with TU Delft



Nog even terug naar Coco Chanel, samen met Jeanne Lanvin ontwierp zij hoeden, maar al snel werd hun aandacht getrokken door kleding. Vooral Chanel heeft een naam achter gelaten, zij maakte vernieuwende ontwerpen en had een uitzonderlijke persoonlijkheid. Haar ontwerpen staan in deze tentoonstelling in een soort vitrine, naar mijn mening komen ze daar niet tot hun recht en komt het een beetje slordig over. De kleding zelf is verfijnd en laat vooruitgang zien, er wordt niet alleen gedacht aan het mooi zijn, maar is ook praktisch.

Er volgen een paar kleine ruimtes gevuld met prachtige kleding, maar het is de grote zaal vol paspoppen die zorgt voor een totaal nieuwe beleving. Hier lijkt het alsof de aandacht naar de massa gaat, maar het tegendeel is waar. De ruimte is geïnspireerd op de modeontwerpster en activiste Vivienne Westwood. Zij gebruikt haar mode om een statement te maken, ze wil klimaatverandering tegen gaan en de uitroeiing van leven op aarde voorkomen. De wijze les die ze hierbij geeft: ‘Koop minder, kies goed, laat het lang meegaan’. Hoewel de gedachte van Westwood heel goed is, had het in een kleinere ruimte mogelijk beter tot zijn recht gekomen. Het massale neemt het over van de kracht van haar woorden, maar aan de andere kant geeft het ook het gevoel dat iedereen iets moet veranderen als we willen dat de aarde langer mee gaat. Desondanks het tegenstrijdige gevoel blijft haar kleding prachtig, kleding die elke vrouw in haar kast zou willen hebben hangen. 

Vivienne Westwood, herfst/winter 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Vivienne Westwood



In de volgende ruimte hangen vier grote jassen van Fong-Leng, een van deze jassen zou genoeg zijn om iedere vrouw als een echte Femme Fatale te laten voelen. Diane von Fürstenberg maakt kleding waar je je tegelijkertijd sterk en sexy in voelt. Ze weet dit zo te doen dat mannen de vrouw niet als lustobject gaan zien, maar op een manier dat de vrouw juist in haar waarde wordt gelaten. Phoebe Philo sluit hier met haar kleding op aan. Ze houdt er niet van dat vrouwen door kleren worden geërotiseerd. Zij maakt ontwerpen die vrouwen willen dragen, die een ‘cool’ uitstralen en een kracht gevoel geven.

De ontwerpen eindigen in een ruimte, waar de grote, overdreven, groene jurk meteen je aandacht trekt. Een ruimte waar alles kan, van simpelere jurken, naar ontwerpen die éxtra zijn. Onderweg naar de volgende tentoonstelling staan er nog een paar borden met feministische uitspraken,  ‘Pink not Pussy’ is een ode aan de sterke vrouw.

Bekijk Femmes Fatales tot 24 maart 2019 in het Gemeentemuseum Den Haag.

Mary Katrantzou, collectie zomer 2018. Petrovsky & Ramone (foto), Maarten Spruyt (art direction) voor Gemeentemuseum Den Haag. Courtesy Mary Katrantzou