Door: Charlotte de Beus
Al bijna dertig jaar is Ed Wubbe verbonden aan het Scapino Ballet, als choreograaf en als artistiek directeur. Zelf gebruikt Wubbe liever de term ‘artistiek leider’, een term die meer past bij zijn visie op dans, kunst en alle grensgebieden daartussen. Onze cultuurverspreider Charlotte de Beus sprak met hem over deze visie, zijn inspiratiebronnen en ‘het verleiden van het publiek’.
De werkdag van Ed Wubbe: choreograaf én artistiek leider
In een industrieel kantoorpand aan de Rotterdamse Eendrachtstraat vertelt Wubbe onder het genot van een glas water -het is een broeierige zomerdag- over zijn Scapino Ballet. Een gesprek tussen de bedrijven door, want als choreograaf én artistiek leider bestaat de werkdag uit concepten uitdenken, repeteren en veel onderzoek doen. De ochtend begint meestal met een reeks overleggen waarin concepten voor nieuwe stukken worden uitgewerkt en besproken. Tegelijkertijd krijgen de dansers in de ochtend balletles. ’s Middags gaat Wubbe aan de slag als choreograaf en oefent hij met de dansers het stuk dat gepland staat. Ook research is een belangrijk aspect, vult Wubbe aan; ‘daar haal ik mijn concepten vandaan en wordt de artistieke koers van het Scapino Ballet gevormd’.
Artistieke koers bepalen
Als artistiek leider choreografeert Wubbe niet alleen zelf, maar nodigt hij ook andere choreografen uit om exclusief voor het Scapino Ballet stukken te ontwerpen. Bovendien selecteert hij de dansers voor het gezelschap, ‘met oog voor zowel gearriveerd als nieuw talent’. Hiermee vormt hij het artistieke DNA, de artistieke identiteit, van het Scapino Ballet, met een repertoire dat niet inwisselbaar is. Een dergelijk onderscheidende artistieke koers is belangrijk voor een repertoiregezelschap als het Scapino Ballet, legt Wubbe uit: ‘het onderscheidende karakter geeft het dansgezelschap bestaansrecht’.
De artistieke identiteit van het Scapino Ballet
De ingrediënten van het artistieke DNA van het Scapino Ballet volgens Wubbe: ‘toegankelijkheid en grensoverschrijding’. Het dansgezelschap wil enerzijds toegankelijk zijn voor het grote publiek en anderzijds risicovolle en avontuurlijke stukken maken. Twee uitersten die elkaar niet hoeven uit te sluiten, aldus Wubbe: ‘de combinatie slaagt goed’. Juist door die tweede pijler grensoverschrijding, zo legt hij verder uit: ‘door te werken met livemuziek, circus en film zoek ik de grenzen van de dans én die van ons publiek op’.
Ed Wubbe en het publiek
Het is dan ook dit publiek dat Wubbe graag wil bedienen: ‘ik creëer in de eerste plaats voor het publiek, niet voor mezelf of voor de vakpers’. Soms levert dit wrijving op, bijvoorbeeld wanneer de vakrecensenten kritisch zijn over een stuk en het publiek juist laaiend enthousiast de zaal uitloopt. Uiteindelijk is het dit enthousiasme van het publiek dat ertoe doet: ‘Het publiek moet iets meemaken, beloond worden voor de moeite die ze hebben genomen om een kaartje te kopen en naar het theater te gaan in plaats van thuis te Netflixen. Ze moeten geraakt worden, de volgende dag wakker worden met het idee: ik heb iets meegemaakt, ik heb iets beleefd. We moeten ons uitsloven voor het publiek, daar gaat het om.’
Een nieuw publiek en de rol van kunsteducatie
Het publiek voor dans ziet Wubbe bovendien het liefst nog veel groter worden: ‘Er is bij dans een heel groot potentieel publiek, een publiek dat dans leuk zou vinden, maar dat ons nog niet weet te vinden, dit publiek moeten we zien te verleiden’. Hiervoor heeft kunsteducatie volgens Wubbe de belangrijkste versiertrucs in huis. Jong in aanraking komen met kunst en cultuur verbindt mensen en het kan bovendien het idee wegnemen dat dans elitair en onbegrijpelijk is. Niet alleen een mooie ambitie, maar ook een praktische noodzaak, zo blijkt: ‘ons publiek wordt steeds ouder, jonge kennismaking met dans is nodig voor het voortbestaan ervan’.
Associatieve concepten: ‘Alles is inspiratie’
Met het oog op dit publiek wil Wubbe goed over het Scapino Ballet en haar repertoire kunnen vertellen: ‘ik wil een stuk verbaal kunnen delen’. Toch maakt Wubbe geen verhalend werk. Hij wil geen afgerond verhaal afleveren maar in plaats daarvan werken met associaties en herkenbare thematiek. Door een aaneenschakeling van associaties moet voor het publiek duidelijk worden wie of wat de dansers verbeelden en tegen welke achtergrond zij zich bewegen. Associaties die zo zorgen voor de combinatie van avontuur en toegankelijkheid die zo kenmerkend is voor het artistieke DNA van het Scapino Ballet. Wubbe zelf zoekt naar deze combinatie in alles om hem heen: ‘Alles is inspiratie voor mij; alles wat ik zie en hoor’. Zijn dansconcepten ontstaan door persoonlijke associaties bij muziek, film en beeldende kunst maar ook door associaties bij bijvoorbeeld straattaferelen in de stad.
De grens tussen kunst en leven
Op de vraag of, als alles inspiratie is, dan ook alles kunst wordt, reageert Wubbe tweeledig. Enerzijds probeert hij selectief te zijn in welke films, voorstellingen en musea hij bezoekt als artistiek leider en welke hij ziet als een vorm van vrijetijdsbesteding. Anderzijds bevindt de toetssteen van de danser en de choreograaf zich altijd in Wubbes achterhoofd: ‘als ik bijvoorbeeld muziek luister, speelt altijd op de achtergrond de vraag: kan ik dit gebruiken?’. De grens tussen leven en kunst wordt zo vaag. Een eeuwige nieuwsgierigheid die stimuleert maar die ook averechts kan werken: ‘Veel weten en willen weten helpt bij het creatieproces, maar kan ook onbevangenheid wegnemen’.
Tot slot: cultuurtip voor deze zomer
Welke inspiratiebron wij volgens Wubbe in elke geval echt niet mogen missen deze zomer? Het rondreizende theaterfestival Parade, waar het Scapino Ballet dit jaar voor het eerst ook te zien is met haar voorstelling TOF. ‘Het is een toegankelijk en leuk festival an sich en bovendien kun je van heel veel verschillende, gevestigde en jonge, artiesten proeven.