TextielMuseum - In 2019 is het 100 jaar geleden dat het Bauhaus, een vooruitstrevende school voor ontwerpers, kunstenaars en architecten, in Duitsland is opgericht. Tot op heden werken de ideeën en de lesmethoden wereldwijd door en is het Bauhaus een begrip. De moderne en idealistische ontwerpopvattingen van de opleiding laten hun sporen ook in de Nederlandse textielvormgeving na. De tentoonstelling Bauhaus& | Modern textiel in Nederland zoomt in op de invloed van het Bauhaus in de Nederlandse textielvormgeving en toont de lijn van het verleden naar het heden.
Een handvol Bauhäusler, zoals de studenten worden genoemd - afgestudeerd in de weverij van het Bauhaus in Dessau - gaat hier in Nederland aan de slag. Zij inspireren latere generaties textielontwerpers en kunstenaars. In de expositie Bauhaus& is de blik ook gericht op een viertal kunstenaars van nu, die in opdracht van het TextielMuseum nieuw werk maakten dat reflecteert op het erfgoed van de befaamde opleiding.
Het Bauhaus in Dessau formuleert een radicaal andere kijk op vormgeving dan de gangbare ontwerpopvattingen van de 19de eeuw. In de weverijwerkplaats staan functionaliteit, (betaalbare) serieproductie en gebruiksstoffen hoog op de agenda. De tentoonstelling neemt je mee in de wereld van het weefatelier van het Bauhaus en toont de rijkdom aan weefsels, kleur- en materiaalexperimenten van Gunta Stölzl, Anni Albers, Otti Berger en van de leerlingen die later in Nederland gaan werken. Door de ogen van de weefsters Kitty van der Mijll Dekker, Greten Neter-Kähler, Lisbeth Oestreicher en Otti Berger zien we wat het Bauhausonderwijs voor hen betekent en hoe zij de ontwerptheorie in hun eigen praktijk in Nederland vormgeven. Uniek lesmateriaal uit hun onderwijstijd, uit de collectie van het TextielMuseum, werpt licht op de werkwijze: het ontwerpen vanuit de techniek, met nieuwe materialen als cellofaan en ijzergaren.
Lang staan de weefsters van het Bauhaus in de schaduw van hun mannelijke collega’s als Paul Klee, Johannes Itten en Wassily Kandinsky, hoewel hun weefsels volledig beantwoorden aan het Bauhausideaal en grote populariteit genieten. Langzaam wint de erkenning voor deze vrouwen aan terrein en worden zij in musea als het MoMA en de Tate voor het voetlicht gebracht. Met deze tentoonstelling toont het TextielMuseum dat ook de Nederlandse weefsters een ereplaats verdienen.
Kitty van der Mijll Dekker en Greten Neter hebben hun sporen eveneens sterk nagelaten in het onderwijs. Ze zijn beiden decennialang docent aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (IvKNO), de latere Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Hun ideeën, gestoeld op de onderwijsmethoden van het Bauhaus, vinden een voedingsbodem bij een nieuwe generatie ontwerpers en kunstenaars als Herman Scholten, Margot Rolf en Maria Blaisse en zorgen er mede voor dat textiel een ‘moderne’ uitstraling krijgt. De ‘zware’ en decoratieve textielproducten van de art nouveau en Amsterdamse School, die in Nederland lang populair zijn, worden vervangen door lichte, luchtige weefsels met abstracte dessins. Vanaf de jaren ’70 vindt ook een ontwikkeling naar een autonome textiele kunst plaats.
Het TextielMuseum heeft de 100-jarige herdenking aangegrepen om vier kunstenaars uit te nodigen om in de werkplaats van het museum, het TextielLab, aan de slag te gaan. Saskia Noor van Imhoff, Krijn de Koning, Marijn van Kreij en Koen Taselaar gebruiken hier de high en low tech mogelijkheden om hun ideeën, geïnspireerd door het Bauhaus, vorm te geven.
Klik hier voor meer informatie over Bauhaus& | Modern textiel in Nederland, van 25 mei t/m 3 november 2019 te zien in het TextielMuseum.