Piet Mondriaan in zijn atelier in New York, En toen De Stijl, 2017 Copyright © Joost Swarte
OUD AGENDAITEM

Joost Swarte overal

Kunsthal Rotterdam - Joost Swarte viert dit jaar zijn vijftigjarig jubileum als illustrator, ontwerper en architect met een tentoonstelling in de Kunsthal Rotterdam. De tentoonstelling Joost Swarte overal brengt met een dwarsdoorsnede van Swartes oeuvre een ode aan vijftig jaar tekenen, van zijn eerste strips, originele tekeningen, schetsen, ontwerpen en objecten tot recent werk. Ook is Swartes zoektocht naar de meest verrassende én iconische illustraties te zien aan de hand van niet eerder getoonde schetsen. De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met gastcurator Gert Jan Pos.

Begin jaren 70 start Swarte zijn carrière als underground striptekenaar voor ‘Modern Papier’ en ‘Tante Leny presenteert!’ Zijn debuut in Frankrijk in 1974 in het stripblad Charlie Mensuel betekent een doorbraak. Met zijn strips voor kinderen in de bladen Okki en Jippo krijgt hij meer bekendheid onder een breed publiek. Vanaf 1980 publiceert hij zijn strips in het grensverleggende Amerikaanse Raw Magazine. Hij werkt ook in opdracht van Belgische, Franse, Spaanse en Amerikaanse bladen waaronder het invloedrijke The New Yorker. Joost Swarte beperkt zich niet enkel tot het stripgenre; hij illustreert ook romans van Nescio en ontwerpt onder meer postzegels, affiches en platenhoezen. Zijn werk is overal, soms fysiek als een gebouw, een bril, een postzegel, maar ook als illustratie in een tijdschrift of bewegwijzering op een muur. Iedereen kent het waarschijnlijk zonder het bewust te hebben gezien, want het werk van Joost Swarte heeft iets vanzelfsprekends, het is helder, leesbaar, licht ironisch en altijd herkenbaar.

De tentoonstelling presenteert een selectie uit al het werk dat Joost Swarte afgelopen vijftig jaar heeft gemaakt: van zijn eerste strippagina's 'Het ware verhaal van Mr. P.' uit 1969 tot en met 'Het Leven op Orde' uit 2015. Van de wereldberoemde ‘De spiegel’ uit 1980 en de kinderpostzegels uit 1984 tot de gevierde covers voor The New Yorker. Zijn werk wordt in alle stadia van het maakproces getoond, van eerste schetsen tot en met voltooide boeken, omslagen en zeefdrukken. Door Swartes gebruik van enkele steunkleuren en veel humor zijn de tekeningen helder en uitnodigend. Andere highlights zijn schetsen en ontwerpen voor 34 glas-in-loodramen bij een nieuwbouwproject in de Marnixstraat in Amsterdam (1999), en een ontwerp voor een raam (±100 m2) voor het Paleis van Justitie in Arnhem (2004).

Grafisch wordt Swarte vooral beïnvloed door klassieke meesters als Hergé, maar hij is ook een groot bewonderaar van striptekenaars als George McManus, Will Eisner, Winsor McCay en Albert Dubout. In het hart van de tentoonstelling zijn Swartes eigen inspiratiebronnen te vinden. Zo tekende hij portretten van Gerrit Rietveld, Groucho Marx, Jacques Tati en Daniil Charms. Joost Swarte is ook de bedenker van de term ‘Klare Lijn’. Tijdens een Hergé-tentoonstelling in Rotterdam (1976) formuleert hij deze term voor de tekenstijl, waarbij ‘klare lijnen’ met eenzelfde wijdte en heldere kleuren zonder arcering de tekening een grote leesbaarheid geven. De stijl kent haar oorsprong in de Brusselse school van Hergé tijdens de jaren 1940, maar beleeft tijdens de jaren 1970 en 1980 een revival. Swarte is één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de ‘Klare Lijn’ door zijn beredeneerde, technische en precieze stijl met veel aandacht voor heldere kleuren en elegantie.

Klik hier voor meer informatie over Joost Swarte overal, van 14 september 2019 t/m 12 januari 2020 te zien in Kunsthal Rotterdam.