In een veiling in Parijs heeft de Fondation Custodia een nog onbekende brief van de Spaanse schilder Francisco de Goya y Lucientes weten te verwerven (1746-1828). De brief is gericht aan zijn toenmalige vriendin, Leocadia Zorilla (1788-1856), en dateert van een jaar voor zijn dood, toen de oude schilder, doof en door ziekte gekweld, nog een reis naar Madrid ondernam om het pensioen te regelen waar hij als officieel hofschilder van de Spaanse kroon recht op had. Vanaf 1824 had Goya zich met Leocadia en haar twee jongste kinderen in Bordeaux gevestigd, officieel om in Frankrijk een gezondheidskuur te ondergaan maar in werkelijkheid om te ontsnappen aan het repressieve regime van Ferdinando VII.
De hartelijke, bezorgde en tedere toon van de brief, misschien de meest intieme van Goya die we kennen, werpt licht op de nog altijd mysterieuze relatie die de schilder na de dood van zijn vrouw onderhield met de veel jongere Leocadia, over wie nauwelijks iets bekend is. Hij stelt haar gerust dat hij goed in Madrid is aangekomen en daar goed is ontvangen (ongetwijfeld door zijn zoon Javier), maar toont zich, zolang hij geen brief van haar heeft, bezorgd om haar wel en wee en dat van de kleine Rosario, op dat moment dertien jaar, van wie wel is aangenomen dat ze Goya’s dochter was. Tegelijk roept de brief de wereld van Goya’s Caprichos op en van de spookachtige tekeningen die hij in zijn laatste jaren maakte : hij is van slag door het bericht van de gruwelijke zelfmoord van zijn (verder onbekende) vriend Ródenas, die zijn zoontje de kamer uitstuurde om zich de polsen en de keel door te snijden en een moment later door zijn vrouw dood werd gevonden.
In de afgelopen decennia zijn slechts enkele brieven van de schilder, algemeen beschouwd als een van de grootste kunstenaars die ooit geleefd hebben, op de markt verschenen. De meeste bevinden zich in Spaanse musea, archieven en bibliotheken en zijn al lang bekend, zoals de correspondentie met zijn levenlange vriend en zaakwaarnemer in Saragossa, Martín Zapater, die bewaard wordt in het Prado te Madrid. Het opduiken van een nog onbekende brief, zoals de brief aan Leocadia, behoort tot de grootste zeldzaamheden.
De in Parijs gevestigde Fondation Custodia beheert de verzamelingen van de Nederlandse kunstkenner Frits Lugt (1884-1970) en zijn vrouw Jacoba Lugt-Klever. Daartoe behoort een belangrijk fonds aan kunstenaarsbrieven en -documenten dat meer dan honderdduizend stukken telt en onder meer brieven van Rembrandt, Rubens, Dürer, Michelangelo, Titiaan, en Mondriaan bevat. Het wordt jaarlijks nog steeds met honderden aanwinsten uitgebreid. Ook deze brief van Goya is net als de gehele collectie kunstenaarsbrieven op afspraak in de Fondation Custodia te bekijken.